Roemenië 1998-1999

Tirgu-Mures

Renovatie en nieuwbouw tehuis voor zwerfkinderen




 
In 1998 komt de Werkgroep in contact met Dorcas Hulp Nederland en Dorkas Aid International.
Van hen komt het verzoek voor het renoveren en inrichten van een zolderverdieping van een oud pand in Tirgu Mures, waarin zwerfkinderen worden opgenomen om hen alsnog een veilige jeugd te bieden en de nodige kennis bij te brengen om zich in het leven staande te kunnen houden. 
 
Begin mei 1998 vertrekt de eerste groep van vier vrijwilligers, nadien gevolgd door nog vijf groepen.
Er worden, samen met plaatselijke vrijwilligers en bouwlieden, nieuwe slaapkamers en badkamers gecreëerd en - aan de achterzijde - een heel nieuw deel aangebouwd.



Als het project op 27 juni 1999 officieel wordt geopend, in aanwezigheid van het gemeentebestuur en kerkelijke leiders, hebben verschillende ploegen erg veel werk verzet en typisch Oost-Europese problemen overwonnen.
Want wat moet een Nederlandse elektricien bijvoorbeeld met een grote en complexe elektrische installatie als er alleen maar zwart installatiedraad verkrijgbaar is?...
Dat probleem wordt zelfs nog een beetje groter, als bij de montage van steunen voor trapleuningen een leiding doorboord wordt en er kortsluiting ontstaat. Zoek dan maar eens uit welke draden vervangen moeten worden!...

Maar het uiteindelijke resultaat telt; en dat is een tehuis wat volledig aan de eisen van de tijd voldoet.



Ook wordt het de Werkgroep mogelijk gemaakt (mede door een gift van de Stichting Trein 8.28 H.IJ.S.M.) een nieuwe personenbus aan te bieden aan het opvanghuis.



Eén van de deelnemers vertelt:

"Wij hebben werkelijk mensonterende toestanden meegemaakt in een zigeunerkamp in de stad. Kinderen staan bij de ingang van het kamp gewoon op je te wáchten; ze lopen het hele kamp door met je mee, houden voortdurend je hand vast en willen die ook niet meer loslaten als je weer vertrekt. Door alle ellende en armoede wordt er erg veel - vaak giftige, zelfgestookte - alcohol gedronken. Het kleine beetje geld wat ze bij elkaar hebben weten te schrapen wordt daarvoor gebruikt en voor de kinderen is er dan geen eten! Vaak worden deze kinderen dus maar gewoon ergens in de stad gedumpt!... Bij de officiële opening van het kindertehuis zitten twee kleine kindertjes tijdens de hele ‘happening’ angstig bij elkaar en houden elkaars hand vast. Ze blijken een paar dagen daarvoor door hun ouders op straat te zijn gezet!...”

Inmiddels heeft een volgend project zich al aangemeld, eveneens in Roemenië.


Oradea

Uitbreiding van opvang voor weesmeisjes en zwerfkinderen



In de plaats Oradea wordt in het najaar van 1999 een bestaand - vervallen - pand gedeeltelijk gesloopt, voorzien van een extra etage en verder volledig gerenoveerd.
Ook het interieur wordt vervangen en allerlei - inmiddels aanwezige - apparatuur geïnstalleerd.
Diverse groepen zijn hier mee bezig, samen met een aantal Roemenen.
Geslapen wordt er, door de vrijwilligers, in een ruimte onder een prachtige kerk van de Pinkstergemeente.

Eén van de vieringen wordt door een achttal van onze vrijwilligers bijgewoond, waarbij er noodgedwongen plaatsgenomen moet worden op zeven zitplaatsen. Vanwege de meer dan duizend aanwezigen is het dringen (en vooral ook inschikken) geblazen. En dat bij een tijdsduur van meer dan drie uur, met een veelheid aan preken, koorzang en mensen die door onderdompeling worden gedoopt. Voor ons wel even wennen...


 
Wellicht hierdoor begeesterd vorderen de werkzaamheden voorspoedig, en aan het eind van het jaar kan het pand worden opgeleverd en in gebruik genomen.
Het gebouw zal vanaf nu als atelier, opslagruimte en winkel gaan dienen voor zwerfkinderen en weesmeisjes die afkomstig zijn uit diverse tehuizen en die op hetzelfde terrein onderdak vinden.

Wees- en zwerfkinderen krijgen in Roemenië tot hun 18e onderdak in staatsweeshuizen; daarna worden zij weer teruggezet op straat.
De meisjes krijgen in dit pand een opleiding voor het beroep van costumière, zodat zij betere toekomstperspectieven hebben. Met deze opleiding wil de regering ook de eigen economie van het land stimuleren.
Kledinghulp vanuit het buitenland wordt zoveel mogelijk afgeremd.

De bedoeling is dat dit project binnen een paar jaar volledig ‘self-supporting’ wordt.

Terwijl de Werkgroep veel werk verzet in Roemenië, is het buurland Joegoslavië gewikkeld in een burgeroorlog.
Het land is in kleine stukken uiteengevallen en veel huizen zijn door langdurige beschietingen in puinhopen veranderd.

Vooral Kosovo heeft het zwaar te verduren gehad.

Volgende project >>>Kosovo 1999 <<<